Tip 119: Zoek jouw afwijkende fliebertje

Het voelt alsof ik weer op de kleuterschool zit en alles opnieuw moet leren; ik ben begonnen aan een nieuw fotoproject. En ondanks de gemaakte meters heb ik weer die onzekerheid, gevolgd door de vraag waar sláát dit idee eigenlijk op? Voor wie ook in die fase zit, een tip: kijk eens naar het losse fliebertje.

Mijn projectidee zit nu vooral in mijn hoofd. Het is nog niet vastomlijnd en wiebelt heen en weer. In deze fase fotografeer en print ik veel, zodat het idee vorm kan krijgen. Ik fotografeer mijn idee op verschillende manieren. Dat resulteert soms in iets dat er dan zo uitziet:

En dan wordt het link. Want wat doe ik met de foto waarvan ik denk dat ‘ie uit de toon valt? Of het beeld dat ik maakte vanuit een volstrekt ander standpunt? De eerste neiging is om die afwijkende foto’s uit mijn selectie te gooien. Want ze passen niet bij hoe ik altijd fotografeer.

Dus hup, weg met dat gekke fliebertje:

Maar dat is veel te vroeg. Juist in de beginfase is het belangrijk om alle uitstapjes te verkennen. En laat anderen daarbij vooral meekijken. Ontdek, probeer en oordeel later pas. Blijf kijken naar al het werk dat je nu maakt, ook de beelden die je eigenlijk niet wil selecteren.

Omarm je fliebertjes.

Na een tijdje klooien (hoe lang die fase duurt, verschilt per persoon), merk je ineens dat je onbewust een afslag hebt genomen. Dat je eigenlijk al best lekker aan het selecteren bent (hier lees je hoe ik selecteer). Dat je blij wordt van een bepaalde invalshoek of standpunt, zin hebt om ermee verder te gaan.

Dat is het moment dat je je fliebertje hebt gevonden.

De kans is groot dat er zat mensen zijn die jouw vierkant plus fliebertje maar een gekke bedoening vinden. Mijn project over winkelcentra uit de wederopbouwperiode doet nog steeds heel veel mensen fronzen. ‘Dit zijn niet echt mooie foto’s, of vind je van wel?’ hoor ik vaak. Dat komt dus door dat fliebertje, oftewel mijn onderwerpkeuze. Ik had ook zonsondergangen kunnen fotograferen – vindt iedereen mooi. Maar dan zit ik met zo’n suf strak vierkantje.

Niet iedereen is mijn publiek, en ik wens jou hetzelfde toe.