Tip 62: Welke fotofase vind jij het minst leuk?

Als je fotografeert, doorloop je meestal 3 fases. Maar besteed jij ook aan al die fases evenveel tijd en aandacht? Waarschijnlijk niet. Grote kans dat dát je tegenhoudt om een betere fotograaf te worden. Daarom hier een uitleg van de 3 fases, zodat je kunt nagaan waar jij goed in bent en waar je beter in kunt worden.

Een tijdje terug vertelde fotograaf Ed Kashi tijdens een workshop over een simpele opdeling van je fotowerk. Hij stelde dat fotografie 3 moments of joy kent.

Voor hém althans.

Want de meeste fotografen hebben – denk ik – toch wel een voorkeur voor één (of twee) van die momenten. Niks mis mee, maar het helpt een hoop als je weet hoe dat bij jou zit. Want dan kun je er wat aan doen. Mits je dat wilt natuurlijk.

Goed, laten we eens naar die 3 fases kijken:

1. De foto maken

Het eerste moment of joy: je maakt de foto. Dit is wat de meeste mensen aantrekt in fotografie: ook de mensen die zich geen (amateur-)fotograaf noemen. Het blijft immers een magisch fenomeen dat we een flard tijd gewoon kunnen bevriezen en bewaren voor later. Je krijgt een instant dopamine-kick en je voelt je in charge. Jij bepaalt wat erop komt, en wat niet. Het is verslavend, getuige de absurde hoeveelheid foto’s die we maken.

2. In je foto badderen

Mooi, je hebt de foto gemaakt. En dan?

Nu ga je ermee aan de slag. De fast food-versie van deze stap is het toepassen van een Insta-filter. Middelmatige foto’s van schaduwen, stranden en zonsondergangen krijgen wat meer zwaarte. Zij het voor korte duur – maar Instagram is ook bedoeld voor een aandachtsspanne van 1,5 seconde. Langer hoeft je foto zich niet staande te kunnen houden.

De langzame versie is het bewerken van je raw-bestand In Lightroom, Photoshop of welk programma dan ook. Je geeft het beeld aandacht, bekijkt het kritisch en schaaft het bij waar nodig. Idealiter doe je dat lang nadat je de foto hebt gemaakt. Je laat het beeld met rust en pas weken later kijk je ernaar, met frisse blik. Je gaat er uitgebreid in badderen, hangt hem op. Je onderzoekt of je de foto na een week op je prikbord aan de muur nog steeds interessant vindt.

Kortom, in deze fase kijk je of het beeld zich staande kan houden. Is het interessant genoeg?

3. Je foto delen

Na fase 1 en 2 volgt (soms) fase 3: je deelt je foto. Op Instagram, Whatsapp, of talloze andere manieren: publiceren op je website, ophangen aan je muur, verkopen, een tijdschrift of krant benaderen, meedoen aan een fotowedstrijd een eigen boek publiceren, of gewoon printen en aan je vrienden laten zien.

Bovenstaand is natuurlijk een versimpelde versie van de werkelijkheid. Want deze fases kun je gemakkelijk verder uitbreiden. Zo doe ik voor sommige foto’s best wat voorwerk, zoals het maken van een shot list.

Welke fase vind ik het minst leuk?

Mijn aandachtspunt zit al een tijdje in de derde fase: het delen van de foto. Dat doe ik eigenlijk alleen hier op dit blog. En meestal dienen ze alleen ter illustratie bij een artikel – net als nu.

Dus dat moet anders, dacht ik na het horen over die 3 moments of joy. Sindsdien heb ik mijn project over schapen op straat op dit blog gedeeld. En de foto’s die ik maakte tijdens een workshop in Parijs. Bovendien werk ik nu aan een eigen portfolio website die bíjna af is. Zodat mijn foto’s eindelijk een eigen onderkomen krijgen.

In welk stadium kun jij jezelf verbeteren?

Soms wisselt het ook hoor, waar je goed in bent. Zo heb ik soms hele periodes waarin ik amper foto’s maak en ik fase 1 dus ineens heel stom vind. Gelukkig zijn er dingen die me dan wel weer aan de gang krijgen. Zoals dit fotografiespel. Of gewoon 4 uur ergens ronddwalen met mijn camera.

Bekijk je eigen proces eens: welke stappen doorloop jij? Welke vind je het leukst, welke het minst leuk?