Iedereen herkent deze 6 foto’s

Promotie-onderzoeken zijn doorgaans geen stukken die je tijdens de koffiepauze even tot je neemt. Maar dat is anders met die van Rutger van der Hoeven: hij dook in de wereld van de iconische foto’s en ontdekte dat er 6 foto’s zijn die bizar veel mensen herkennen. Hoe beïnvloedt dat ons denken?

Sinds de jaren dertig hebben we een infrastructuur waardoor foto’s wereldwijd met redelijke snelheid kunnen worden verspreid. Alhoewel ‘snel’ vroeger wel iets anders was; in de jaren ’60 kreeg een KLM stewardess die op New York vloog een setje foto’s mee vanuit Associated Press (AP), zij gaf die bij terugkomst op Schiphol mee aan een chauffeur die vervolgens naar het lokale kantoor van AP reed. Zij kopieerden de handel en verspreidden de foto’s per auto aan haar abonnees.

Nu hebben we internet en ziet iedereen alle foto’s, soms zelfs terwijl het nieuws (de gebeurtenis zelf) nog gaande is. Zoals deze foto:

85,6% van de wereldbevolking herkent de foto van het tweede vliegtuig dat de Twin Towers invloog op 11 september 2001.

Maar…wie is ‘de wereldbevolking’?

Bij dit soort wilde percentages moet je je altijd even afvragen wie er nu precies is ondervraagd. Want dat is echt niet de hele wereldbevolking.

In dit geval praten we over drieduizend deelnemers uit twaalf landen (Turkije, Argentinië, Brazilië, de VS, Nederland, Groot-Brittannië, Duitsland, Italië, Rusland, India, China en Japan). Afrikaanse en Arabische landen ontbreken. Per land namen mensen deel van verschillende leeftijd, opleidingsniveau en politieke oriëntatie.

Deze 3000 man kregen dezelfde 25 foto’s te zien, waarbij ze diverse vragen moesten beantwoorden. Overigens is het niet uit te sluiten dat de deelnemers de gebeurtenis in plaats van de getoonde foto herkenden, een – vind ik – nogal belangrijke disclaimer bij dit onderzoek.

Het ‘napalmmeisje’, Vietnamoorlog. Deze foto won de Pulitzer en de World Press Photo in 1972. In het onderzoek van Van der Hoeven zit deze foto in de top 6 qua herkenning.

Onzin over iconische foto’s

In zijn promotie-onderzoek gaat Van der Hoeven aan de slag met wat er zoal wordt beweerd over iconische foto’s. Grofweg kun je de beweringen sorteren in twee groepen, zo stelt hij:

Populaire opvatting: Iconische foto’s beïnvloeden ons

Deze opvatting wordt (dik) aangezet door de media. Denk aan artikelen als Dit zijn de 100 meest invloedrijke iconische foto’s van The Times (hier te vinden).

Wetenschappelijke opvatting: Iconische foto’s zijn fragmentarische representaties van gebeurtenissen die dominante, totalitaire narratieven versterken, gebruikt om staatsactie te rechtvaardigen (…).

Deze opvatting is te vinden in het boek No Caption Needed, welke als het standaardwerk over iconische foto’s wordt gezien.

Beide visies zijn – vindt Van der Hoeven – nogal eendimensionaal en niet gestaafd door enig degelijk onderzoek. En daarom zette hij dus die 3000 aan het werk. De resultaten uit dát onderzoek laten iets anders zien.

De deelnemers lijken helemaal niet te worden beïnvloed door de 25 beelden. Sterker nog, ze lezen allemaal volstrekt iets anders in de foto’s. Wat ze lezen is doordrenkt van hun eigen opvattingen, cultuur en prioriteiten.

“We gaan ervan uit dat een beeld voor zichzelf spreekt, of dat onze interpretatie overeenkomstig is, maar dat is helemaal niet zo.

Waar de één zegt: dit is hoe honger eruitziet, zegt een ander: dit is een commentaar op ongelijkheid in de wereld en ons onvermogen om dat op te lossen.”

~ Rutger van der Hoeven in de Groene Amsterdammer

Bovenstaande quote ging over deze foto:

1993, Sudan. De fotograaf won met deze foto de Pulitzer Prize. Behalve lof was er veel controverse. Critici vergeleken de fotograaf zelf met een gier, door een foto te nemen van dit breekbare meisje (jaren later bleek dat het een jongen was). Niet veel later pleegde de fotograaf op 33-jarige leeftijd zelfmoord.

In zijn proefschrift onderscheidt Van der Hoeven vijf manieren om een foto te interpreteren:

  • Informatief/documentair: zo ziet oorlog eruit
  • Een praktische boodschap: gooi geen eten weg
  • Een emotioneel appèl: we moeten onze kinderen beter beschermen
  • Een moreel oordeel: de mens is slecht
  • Categorisch: deze foto staat voor ‘honger’ of ‘terrorisme

Conclusie?

Ja, een mondiaal visueel geheugen bestaat. Maar wat we in die foto’s lezen, verschilt nogal. Je kunt daarom beter stellen dat mensen over de hele wereld gedeelde referenties hebben van het verleden. En die referenties worden door iedereen weer anders geïnterpreteerd.

“The tank man”, 1989.

Italianen en hun emoties

Niet álle aannames worden onderuit geschoffeld in dit promotieonderzoek. Van der Hoeven keek ook naar culturele verschillen en vond iets dat mij niet verbaasde:

“Helemaal conform culturele clichés lag de emotionele reactie op foto’s het hoogst bij Italianen, Argentijnen en Brazilianen, die vaak in prachtige taal de emoties verwoordden die ze in foto’s lazen.”

Ook bijzonder:

“Japanners herkennen het minst en worden het minst geraakt door de beelden die ze zagen, zij zien foto’s meer als informatief. Eén beeld riep in Japan geheel andere associaties op dan in de rest van de wereld: de 9/11-foto van de man die uit het raam van de wolkenkrabber springt. Veel Japanners kenden de foto niet. Een aantal schreef: ‘Dit is wat werkdruk met je doet.”

~Rutger van der Hoeven in De Groene Amsterdammer

Eerder schreef ik ook al eens over iconische foto’s. Cortis en Sonderegger maken ze namelijk in het klein na. De resultaten zijn nauwelijks van echt te onderscheiden. Mooi staaltje van een foto liegt de waarheid.