Tip 101: Vergelijk jezelf lekker met anderen

Mijn grootste ergenis: een projectidee hebben dat al blijkt te zijn bedacht én uitgevoerd door iemand anders. De afgelopen jaren gebeurde dat minstens 25 keer. Eén zo’n voorbeeld lees je hieronder. Gevolgd door een theorie over bussen die daarop aansluit. Bussen ja. Lees nou maar.

Eerst even over dat mijn ideeën zelden echt origineel zijn. Zo was ik een tijdlang gebiologeerd door het Kleinpolderplein, en dan met name de viaducten aldaar. Ik fietste er vaak heen op zonnige dagen en fotografeerde zeer grafische taferelen. Zoals het beeld hieronder:

Niet veel later bezocht ik een tentoonstelling van Cas Oorthuys, daar zag ik deze foto aan de muur hangen:

Ik was terstond een illusie armer. Mijn “originele” idee bleek al decennia eerder uitgevoerd, en ook nog eens door iemand die beduidend meer naam heeft dan ik.

Ik ging nooit meer naar het Kleinpolderplein. Althans, niet met mijn camera. Wel schreef ik er nog een vrolijk blogartikel over (hier te lezen), maar mijn eigen advies (gewoon door blijven gaan) volgde ik niet op.

Na Oorthuys volgden talloze anderen die mijn ideeën al hadden uitgevoerd. Of die iets doen wat ik eigenlijk ook wil doen. Dat kan enorm demotiverend werken. Gelukkig hebben we de Helsinki Bus Station Theory die uitkomst biedt. Ik besef dat dat om enige toelichting vraagt.

De Helsinki Bus Station Theory

Fotograaf Arno Rafael Minkkinen wordt her en der op het internet geprezen om zijn zelfverzonnen Bus Station Theory. Die theorie luidt als volgt:

Je staat bij een bus station waar vandaan vier verschillende bussen vertrekken. Iedere bus staat voor een fotografische stijl en iedere halte is een jaar van je leven. Je kiest bus 60 – straatfotografie – en rijdt mee.

Drie haltes (jaren) verder heb je – denk je – een eigen stijl ontwikkeld. Met de beelden onder je arm ga je naar galeries en fototijdschriften. Steevast krijg je de vraag om eens naar het werk van Alex Webb te kijken. Daar lijken je beelden zó op.

Gedemotiveerd stap je uit, pak je een taxi terug naar het busstation en neem je een andere bus, ditmaal lijn 21 – stedelijk landschap. Drie haltes lang verdiep je je in de inrichting van de publieke ruimte en de soms vreemde keuzes die worden gemaakt door onzichtbare mensen. Je fotografeert je bevindingen en deelt ze met mentoren en coaches. Die verwijzen je naar Hans van der Meer.

Wat blijkt, die zat al die tijd ook in bus 21.

Wat te doen? Wéér terug naar het busstation?

Het antwoord van Minkkinen:

“Stay on the bus.

Stay on the f*cking bus.

Because if you do, in time, you will begin to see a difference.”

Alleen door ín die bus te blijven, kun je je onderscheiden van de fotografen uit jouw genre. Dat onderscheiden lukt je pas na járen. Alle bussen gaan langs de eerste haltes. Pas daarna volgen ze een eigen route. En op die route zitten soms ook anderen in de bus. Maar; hoe langer je blijft zitten, hoe interessanter je werk wordt. Of misschien stap je onderweg wel over. Wat je ook doet, ga niet terug naar het station om opnieuw te beginnen. Bouw voort op wat je hebt geleerd.

Of, zoals Minkkinen het zegt:

Show up enough times to get the average ideas out of the way.

Goed om eens bij jezelf na te gaan: in welke bus zit jij? Of ben je ergens te vroeg uitgestapt?