Wie van hen was al dood bij het maken van deze foto?

Vlak na de plotselinge dood van zijn vrouw beseft Alex Weber dat hij helemaal geen foto van hen sámen had. Vier uur na haar overlijden zitten ze alsnog samen voor de camera. De resulterende foto is er niet eentje voor in de vensterbank. 

Architect Weber komt van goeden huize; omstreeks 1850 bezit hij de middelen om zich te kunnen laten fotograferen. Maar gewoon is het nog (lang) niet. En dus had dit pasgetrouwde stel zich nog niet laten vereeuwigen. Vlak na haar overlijden moet Weber zich dit hebben beseft. Vier uur later zat hij namelijk samen met haar voor de camera. Hij poseerde, zij zat kaarsrecht met open ogen. Haar armen blijven in positie middels touwtjes, en haar ogen zijn geopend met behulp van stokjes.

Gezellig.

Maargoed, levende mensen lachten vroeger ookal nooit op foto’s.

Die touwtjes waarmee de dode vrouw levend moet lijken, zijn trouwens beter te zien op de grotere versie van de foto:

Toch zou ik niet in eerste instantie vermoeden dat ik naar een dode vrouw kijk. Ze kijkt – zo lijkt het- licht verveeld langs haar man. Het is eerder Weber die dood in de ogen heeft en volledig in shock lijkt.

Niet zo gek ook: Weber blijft achter als alleenstaande vader van een éénjarig dochtertje. Zeven jaar na het onverwachte overlijden van Emily hertrouwt Weber. Samen met deze Marie Schieffer krijgt hij nog twee kinderen.

Men fotografeerde vroeger trouwens niet alleen pas overleden mensen, maar ook hun overgebleven geestverschijning:

Hier was immers een zeer goedgelovige markt voor: rouwende mensen wilden maar wat graag met hun overleden dierbare op de foto. Een slimme fotograaf speelde feilloos in op deze behoefte. Ik schreef daar eerder dit artikel over.

En natuurlijk zijn er ook boeken over dat men vroeger graag dode mensen fotografeerde. Zoals deze.