Deze aankopen gebruik ik nooit (meer)

Als fotograaf heb je spullen nodig, maar welke? Ik kon er vroeger uren zoet mee zijn. Inmiddels denk ik nooit meer aan mijn apparatuur, ik vergeet zelfs de naam van mijn huidige camera (die klinkt voor mij net als een wifi wachtwoord). Enfin, hieronder een rijtje spullen die ik kocht maar nooit gebruik. Met helaas ook een recente “aanwinst” waarmee ik bovenstaande foto maakte.

Allereerst: spullen ervaar ik als een last. Eenmaal in je bezit, vragen ze continu aandacht: er moet een plekje voor komen, er komt een krasje op, het ding gaat stuk, etc. Warna Oosterbaan schreef er een goed boek over; het leven van dingen. Soms voel ik me net een spullenmanager. Ik ben dan ook razend blij op vakantie: een paar kleren, een boek en mijn camera. Klaar, niks te managen verder.

Maargoed, ik woon niet in een tiny house en écht minimalistisch leven lukt me ook niet. Ik sleep een hoop rommel achter me aan. Ook rommel waarvan ik op enig moment dacht dat het me verder zou brengen als fotograaf.

Tijd voor naam en rugnummers. Komen ze:

1. Een drone

Ik heb een drone. Ooit had ik het idee om daarmee sirenepalen op hoogte te fotograferen. Nooit gedaan. Nadat ik een app had gedownload waarop je kunt zien waar je eigenlijk mág dronen, was ik er al klaar mee. In de regio waar ik woon mag het vrijwel nergens (want dichtbij luchthaven, haven, natuurgebied, etc.). En in de gebieden waar het wel mag, durf ik het niet. De drone is 2x de lucht in geweest. Eén keer was ik ‘m bijna kwijt. Ik maakte er wel bovenstaande selfie mee, waar een duif dwars doorheen vloog. Enfin, stress en fotograferen gaan bij mij niet samen, dus nu ligt ie lekker in de kast.

2. Een statief

Tijdens gesprekken met andere fotografen, merk ik soms enige afkeuring wanneer ik vertel dat ik geen statief gebruik. Raar, voor iemand die gebouwen fotografeert. Dat vond ik dus ook, en daarom heb ik er nu drie.

Maar met een statief vind ik het niet half zo leuk om te fotograferen. Ik kan niet vrijuit bewegen; een paar millimeter naar links met mijn camera kost een hoop geklooi met zo’n ding. En voor iemand met een onrustige motoriek is dat onoverkomelijk. Dus houd ik mijn adem in, gebruik ik de ingebouwde waterpas en maak ik meerdere foto’s wat de kans op een goed recht beeld zienderogen verhoogt.

3. Een keukentrap

Oké, dit is misschien wel de ergste.

In iedere lezing die geef vertel ik enthousiast over mijn keukentrap. Omdat het zo’n goedkope aanschaf is, met maximaal effect. Een foto vanaf een iets verhoogd standpunt doet iets fijns met het beeld. In 2021 stond ik vaak op die trap (lees zelf maar).

Maar vier jaar later zég ik alleen nog dat vanaf een keukentrap fotografeer. Ik roeptoeter over de voordelen en de kleine investering met groot resultaat. Terwijl ik anderen enthousiasmeer, hoop ik stiekem mezelf ook weer te overtuigen.

Lukt voor geen meter.

Want terwijl ik dit schrijf, ligt de trap al maanden ongebruikt op de achterbank van onze auto. Hij is gedegradeerd tot permanente medepassagier naar al mijn fotografielocaties. “Eerst even een verkennend rondje doen zonder die trap”, denk ik dan. Bij terugkomst heb ik geen zin meer om met die trap te gaan zeulen.

Waar ik nooit spijt van heb

Van spullen kopen kan ik dus spijt krijgen, maar van workshops volgen niet. Zelfs de workshops met matige docenten, een stomme groep of een onhandige locatie. Ik leer er altijd iets. En ik maakte foto’s.

Minder spullen kopen dus, en meer workshops volgen.

Voor wie nog over andere miskopen wil lezen: eerder schreef ik al eens over mijn UV filter, fototas en zoomlenzen.