Wat je wél moet fotograferen op vakantie (dit dus niet)

Ik ben net terug van vakantie en zie nu pas dat ik als een idioot landschappen heb gefotografeerd. Die waren ook wel erg indrukwekkend, maar thuis ben ik er snel op uitgekeken. Iedere vakantie blijkt het lastig: welke beelden ‘vangen’ de vakantie en zijn thuis ook nog leuk? Hierbij mijn handleiding.

Omdat ik altijd in dezelfde vakantievalkuilen trap, besloot ik om nu eens – tíjdens de fotoselectie – te noteren welke foto’s wel werken. Zodat ik voorafgaand aan een volgende vakantie enkel dit blogje hoef door te lezen en ik dan hopelijk genezen ben van de stortvloed aan beelden waar ik nooit meer naar kijk.

1. Zorg voor iets in het beeld waaraan je de schaal kunt afmeten

Een mooi voorbeeld van een megalomaan landschap is de Grand Canyon in de VS. Aanlokkelijk dus om als een idioot te gaan fotograferen. Dat leverde onder andere onderstaand beeld op. Geen verkeerde foto, maar alles dat neigt naar een bureaubladachtergrond, vind ik saai. Er schuurt niks. Je kijkt en denkt ‘mooi’. Dat is het.

Voor mij is dat anders met onderstaande foto. Daarop zie je in de verte mensen bij een uitkijkpunt staan. Hun afmetingen benadrukken de onvoorstelbare grootsheid van de Grand Canyon.

Nog leuker vind ik de suggestie dat zelfs een eekhoorn danig onder de indruk is van het landschap:

2. Bedenk vooraf welke series je wilt hebben

Ook een vakantie zit vol routines: zodra ik voor het eerst mijn nieuwe verblijf in stap, wandel ik direct naar het raam om het uitzicht te bekijken. Het meest spectaculair was dat in Las Vegas: we keken uit op een blinde muur die op 40 cm tegenover ons raam stond. En juist dáár had ik dus een foto van willen maken. Voor een pagina in het fotoboek met daarin alle hotelkameruitzichten.

Kan nu niet, want ik heb er maar eentje gemaakt:

3. Fotografeer vakantiegewoontes

Nu ik weer thuis ben, merk ik dat een hoop niet zo mooie foto’s tóch het beste de vakantiesfeer weergeven. Bijvoorbeeld een foto van een achterbank vol met losse kleding, een zak chips, folders van Nationale parken, een koelbox en een tankbonnetje.
De orde van de eerste week, bleek in de tweede week niet langer houdbaar. Typisch.

We brachten veel tijd door in de auto. Je kijkt naar buiten, leest de borden. Niet bepaald iets om je camera op te richten, maar ik deed het toch. Uit verveling. En pas nu valt me op dat zelfs de borden daar absurd groot zijn:

Beelden die fotografisch gezien niet veel soeps zijn, maar emotioneel wel van waarde zijn voor mij.

Fotografeer ze dus, die misschien niet zo opvallende vakantiegewoontes! Geldt trouwens ook voor vandaag, als je niet op vakantie bent. Lees maar.