Tip 103: Gebruik de 12-minuten regel

Soms, na een dag met te veel mails en videocalls, ben ik moe. Zó moe dat ik denk dat ik alleen nog maar First Dates kan kijken op NPO 3. Dat is een soort Teletubbies voor volwassenen: telkens hetzelfde plot in dezelfde setting. Met de 12-minuten regel weet ik nu of ik me aanstel, of dat ik écht moe ben.

Bankhangmoe

Misschien is moe zijn wel mijn grootste vijand. Een creatieve vijand bovendien want ze kent vele vormen: bankhangmoe, pijninmijnbenenmoe, geenzinmoe, teveelgegetenmoe of teveelgedaanmoe. Die vijand komt het liefste in de middag en de avond. ‘s Ochtends kan ik de wereld aan, ben ik scherp en krijg ik het meeste voor elkaar. Maar zodra de ochtend overloopt in de middag, kalft mijn energie af. En dan begint het gedonder.

Inschatten of je iets kunt

Dan kun je twee dingen doen. Je gaat erin mee, of niet. Alleen: dat laatste kost óók weer energie, iets wat je nu juist niet denkt te hebben. En daarvoor hebben we dus de 12-minutenregel, las ik op het blog Sportrusten. De regel is oorspronkelijk bedoeld voor hardlopers, maar gelukkig ook breder inzetbaar. Het idee komt voort uit een studie van de Universiteit in Maastricht: studenten werden in twee groepen opgedeeld voor een hardlooptraining waarbij hun snelheid en hartslag werd gemeten. Groep 1 moest vooraf aangeven hoe goed ze in vorm dachten te te zijn. Groep 2 maakte pas na 12 minuten een inschatting.

Het resultaat: de voorspellingen van Groep 1 waren waardeloos. Maar Groep 2 bleek behoorlijk accuraat hun prestatie te kunnnen inschatten.

Toepassen op fotograferen

Nu ben ik geen hardloper (verre van), maar deze regel gebruik ik graag. Bijvoorbeeld als ik geen zin heb om te fotograferen. Dan is het zinvol om te weten dat ik niet kan voorspellen hoe ik me voel als ik iets anders ga doen dan moe zitten zijn. En dus wat er gebeurt als ik uit die bankhangmodus stap en gewoon ga fotograferen. Vaak zat blijkt dan dat ik gewoon nog andere emmertjes energie heb waaruit ik kan putten. Omdat fotograferen mij juist energie gééft. Net als schrijven trouwens.

Tweewekelijks op zondagochtend ga ik met lichte / zware / onoverkomelijke tegenzin achter mijn laptop zitten. Meestal heb ik geen idee waar ik over moet schrijven. Laat staan dat ik twee ideeën heb (ik schrijf namelijk altijd twee artikelen).

Maar altijd kwam het goed. Want ik weet dat als ik daar eenmaal zit, er toch wel iets komt. En zoniet, dan kan ik altijd daar nog over schrijven. Door al die keren is er een vertrouwen gegroeid in dat er iets komt, hoe dan ook. Gewoon zitten en gaan schrijven. Of opstaan en gaan fotograferen. Desnoods op het dak. 12 minuten, of langer als je wil 🙂

Wie nog meer tips zoekt om aan de gang te gaan (wat in feite ook uitstelgedrag is), lees dan dit eens.