Tip 49: hoeveel moet je van je camera afweten?

Tijdens lezingen bij fotoclubs krijg ik regelmatig de vraag of ik in de M-stand fotografeer. Zodra ik ontkennend antwoord, zie ik fronsende blikken; dat kan toch zeker niet! Jawel hoor. Hierbij mijn toelichting. 

Fotograferen zonder technische kennis

Camerafabrikanten doen hun best om fotograferen zo simpel mogelijk te maken; zet de instellingen op ‘automatisch’ en je camera doet het werk. Op je telefoon hoef je niet eens meer iets in te stellen – de ‘juiste’ instellingen worden gekozen op basis van de scene die jij fotografeert. 

Voor sommige fotografen is fotograferen in de M-stand (manuele stand) derhalve een doel op zich. Het is een statussymbool waarmee men zich trots onderscheidt van iedereen die “gewoon maar op een knopje drukt”. 

Ik ben ook schuldig

Toegegeven, ik heb me er ook ooit schuldig aan gemaakt: een tijdje keek ik minzaam neer op al die mensen die hun camera in de Automatische stand hadden staan. De A van “amateur”, zo grapte ik. 

Maar ik kwam er al snel van terug. Want het gaat niet om de de stand waarin je fotografeert, het gaat erom hoe je je camera voor jou kunt laten werken wanneer dat mogelijk is.

Hierbij een klein inkijkje in hoe dat inzicht zich bij mij ontwikkelde.

Gewoon op het knopje drukken

Medio 2008 kocht ik een Canon 350d, een spiegelreflexcamera. Ik fotografeerde vooral op de automatische stand – ik snapte niks van sluitertijden, diafragma of ISO-waarde. Dus drukte ik gewoon op het knopje. Echter, het lukte me vaak niet om de foto te maken die ik in mijn hoofd had. Kennis van belichting bleek noodzakelijk omdat ik wilde afwijken van wat de automatische stand op mijn camera mooi vond. 

1. Ik las over de belichtingsdriehoek

Pas na het volgen van een cursus begon het me te dagen. De lensopening (diafragma) bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt, terwijl de sluitertijd bepaalt hoe lang er ligt op valt. De ISO-waarde geeft de lichtgevoeligheid van die sensor aan. Die drie elementen hangen met elkaar samen, iets dat men de ‘belichtingsdriehoek’ noemt:

Op papier klinkt dat allemaal mooi, maar er is maar 1 manier om het echt te snappen. En dat is er zelf mee gaan spelen. 

2. Zoom uit: Ik ging spelen met mijn camera 

Tijdens die cursus kreeg ik de opdracht om te fotograferen met Sluitertijdvoorkeuze: je stelt de sluitertijd in en de camera bepaalt het bijbehorende diafragma. En daarna andersom: het diafragma instellen waarbij mijn camera de sluitertijd kiest. Tot slot: helemaal zelf aan de slag met de M-stand.

Wat ook hielp: Bij alle foto-opdrachten moesten we het histogram van de foto printen en op de achterkant van de foto plakken, inclusief alle instellingen. Het was een hels knip- en plakwerk, maar het heeft ervoor gezorgd dat ik leerde om een histogram te lezen. 

3. Zoom in: Ik ontdekte mijn eigen voorkeur

Ha, en nu pas komen we aan bij fotografie. Na veel oefenen begreep ik steeds beter hoe de parameters met elkaar samenhangen, en snapte ik hoe dat kon bijdragen aan mijn foto’s. Want ik wil vooral invloed hebben op de scherpte van mijn foto. Daarom werd (en is) voor mij de diafragma-instelling leidend. Gevolg: ik maalde niet meer om de andere mogelijkheden; ik had de mijne gevonden. En daarmee verlegde ik mijn focus naar het leren kijken.

Blijf ook experimenteren

Samengevat zoomde ik dus eerst uit om alle mogelijkheden onderzoeken. Vervolgens zoomde ik weer in op de werkwijze die het beste bij mij paste.

Het risico van dat inzoomen is echter dat ik blijf hangen in hetzelfde truukje en bij wisselende omstandigheden of nieuwe situaties niet meer weet wat de camera ook nog kan. Daarom pak ik af en toe mijn camera en doe er eens iets volstrekt anders mee – zoals de foto’s bij dit artikel.

De krab hieronder fotografeerde ik met mijn hippe kantelbare scherm, dat ik normaal nooit gebruik. Handig.

Naschrift over de M-stand

Ik heb natuurlijk niks tegen de M-stand as such (ik gebruik ‘m zelf ook zodra mijn camera een in mijn ogen verkeerde sluitertijd kiest). Ik heb alleen wel wat tegen dogma’s.

Mijn advies: zoom eerst uit, en dan weer in. Snap wat je camera kan, en kijk waar hij (zij?) jou het beste in kan ondersteunen, en welk deel je lekker zelf wil bepalen.