De camera is een microscoop voor de tijd

Harold Edgerton was de man die de wereld voor het eerste stopzette. In 1931 combineerde hij stroboscopisch licht met een razendsnelle sluiter. Ineens kon men zien hoe een kogel door een appel vuurde, wat er gebeurt met een bal als je er tegenaan schopt en hoe druppels uiteen spatten. 

Een microscoop voor de tijd

Biologen turen door een microscoop naar alles wat te klein is om waar te nemen. Fotografen hebben een ook een microscoop: hun camera. Daarmee bestuderen ze flinters tijd. Die tijd is wel met het blote oog waarneembaar, maar vluchtig. We hebben fotografie nodig om écht te zien wat er gebeurt. En als bewijs danwel herinnering voor later.

Fotografie begon met het vastleggen van hele flarden tegelijk. Camera’s waren destijds nog niet zo lichtgevoelig. Dus was een lange sluitertijd was noodzakelijk (de eerste foto van een mens duurde 7 minuten). Langzaamaan werd die sluitertijd korter en korter. Eadweard Muybridge ging aan de slag met beweging van paarden en mensen. Ineens zagen we dat wanneer een paard galoppeert, hij op enig moment alle vier zijn benen van de grond heeft. En toen kwam Harold Edgerton om de hoek kijken. Hij zorgde voor een dusdanig korte sluitertijd dat we ineens méér kunnen zien.

Zoals hoe een druppel melk op een rood bord uiteen spat:

Harold Edgerton 3

© Harold Edgerton

 

Of hoe een kogel zich door  een banaan heen werkt:

 

© Harold Edgerton, 1964

© Harold Edgerton, 1964

Harold Edgerton bedacht de “flitser”

Deze foto’s zijn 60 jaar later nog steeds lastig om te maken, zélfs nu we de beschikking hebben over veel betere apparatuur. Edgerton bedacht in het analoge tijdperk een oplossing om milisecondes te bevriezen: een elektrische flitser. Tot die tijd was men afhankelijk van een flitspoeder: een mix van magnesium en potassiumchloraat dat je gecontroleerd kon laten exploderen. Echter, de duur van dat flitslicht viel nauwelijks te beïnvloeden en na één keer flitsen kon je de boel weggooien.

Edgerton werkte voor de Amerikaanse universiteit MIT maar was van origine elektriciën. Die kennis hielp hem in het ontwikkelen van een elektrische flitser die op basis van kwik werkte. De duur van de flits was nu wél aan te passen, en dankzij een batterij kon er telkens opnieuw worden geflitst. Hij noemde het een stroboscoop. Zijn ontwerp vormt nog steeds de basis van hedendaagse flitsers (maar dan wel zonder kwik).

Harold Edgerton

De elektrische flitser van Edgerton was in te stellen op een 1/1.000ste van een seconde. Die wordt getriggerd door geluid, in dit geval van een afgevuurde kogel. En dan kun je dus ineens een foto maken van een kogel die door drie ballonnen raast.

Of hoe een bal indeukt als je hem een (flinke) schop geeft:

 

In 1952 fotografeerde Edgerton en zijn team atoomexplosieop Atoll:

© Harold Edgerton

De resulterende beelden waren destijds vooral wetenschappelijk van grote waarde, maar werden in de jaren ’90 ook ineens interessant voor de kunstmarkt. Daar moest hij zelf niks van hebben:

Don’t make me out to be an artist. I am an engineer. I am after the facts. Only the facts.

~ Harold Edgerton

Meer zien?

Bekijk dan het verhaal achter de melkdruppelfoto hieronder: