Picturalisme: over hoe fotografen vochten om kunstenaar te zijn

Fotografie is eigenlijk nog een piepjonge kunstvorm, daterend uit 1839. Het heeft moeten strijden voor haar eigen plekje in de kunstwereld. Dat is inmiddels ruimschoots gelukt, maar ging niet zonder slag of stoot. Het begon met de eerste kunstzinnige fotografische stroming: het picturalisme.

Ik ben de term al zo vaak tegengekomen: picturalisme. Of pictorialism in het Engels. Ik wist dat het iets van doen had met het impressionisme. En met sfeervolle, idyllische plaatjes. Wat ik niet wist was dat het voortkwam uit een diepe drang om erkenning van een groep fotografen. Fotografen die fratsen uithalen om zo te kunnen laten zien kijk, dit ben ik, dit is mijn kunst, erken mij.

Foto’s zijn feiten op papier. 

Toen fotografie nog maar net bestond was men het erover eens dat een foto een realistische, twee-dimensionale weergave van de werkelijkheid was. Immers, het was een dusdanig wetenschappelijk procédé dat men er weinig artistieks in zag. Veel fotografen waren het daar niet mee eens. Zij zochten naar de erkenning die de schilders wél kregen. En wat doe je dan?

Hieronder 3 stappen die kenmerkend zijn voor de vroege picturalisten.

1. Je gaat de schilderkunst nabootsen
George Davison, The onion field (1890) / picturalisme

George Davison. The onion field, 1890

Dit had een schilderij kunnen zijn
Zoals dat gaat met nieuwe ontwikkelingen worden deze eerst gezien in het licht van wat er al bestaat en wat al erkenning hééft. Denk aan hoe we ooit begonnen met zoeken op internet. Je gebruikte Startpagina, een digitale kopie van de toen bekende Gouden Gids.
Enfin, de fotografie had als enige referentie de schilderkunst. Schilderen, dat was een ambacht. Fotografie was gewoon de werkelijkheid kopieën, zo vond men toen.
En dat is geen kunst.  Aangezien het publiek schilderijen wél als kunst zagen, probeerden fotografen deze stijl na te bootsen in hun eigen werk.

2. Je gaat het chemische proces manipuleren en gebruikt de substantie als verf
© Robert Demachy / picturalisme

© Robert Demachy, 1903

 

De foto (of gomdruk) hierboven van Demachy lijkt eigenlijk meer op een houtskooltekening dan op een foto. En dat was precies de bedoeling. Fotografen haalden alles uit de kast om hun foto’s te manipuleren. De gomdruk is daarvan een goed voorbeeld. Het resultaat is onscherp en impressionistisch. Destijds vonden fotografen dat zo’n beeld in schril contrast stond met een ‘letterlijke’ foto die het resultaat was van massale mechanische reproductie. Want die massale reproductie was er toen ookal, met dank aan de Kodak Brownie – voor iedereen betaalbaar.

3. Je laat zien dat je werk niet ‘zomaar’ tot stand is gekomen
© Henry Robinson // Fading Away 1858 picturalisme

© Henry Robinson // Fading Away 1858

 

Dit ziet eruit als een perfecte foto. Maar kijk eens kritisch naar de belichting. Álles is correct belicht, op hetzelfde moment. Dat kan niet, tenzij je gebruik maakt van HDR-techniek. Feitelijk doet Henry Robinson dat ook. Deze foto is samengesteld uit 5 verschillende negatieven. En dus 5 andere belichtingen.

Overigens baarde de gekozen scène óók opzien: Robinson ensceneert het overlijden van een jong meisje dat wordt omringd door haar familie. Critici vonden het nogal smakeloos om zo’n intieme scène weer te geven middels een zo’n “letterlijk” medium als fotografie.

Samen sta je sterker

De picturalistische stroming vierde haar hoogtijdagen grofweg van 1880 tot 1915. Gedurende die periode ontstonden diverse fotografiekringen, bestaande uit fotografen die hun plek in de kunstwereld bevochten. In Engeland was dit de Linked Ring. De Amerikaanse tegenhanger (want die is er altijd) was de Photo Secession. Daarover een andere keer.

Disclaimer

Zoals dat gaat met een geschiedenisles: dit is slechts één zienswijze, verkort tot 3 hoofdpunten. Dat is natuurlijk simplistisch. Of – om binnen het thema te blijven – impressionistisch. Meer weten? Lees dan deze lap tekst.