Photoshopgesjoemel van McCurry: legitiem of gemakzuchtig?

Een argeloze bezoeker van een foto-event keek naar een foto van Steve McCurry en zag een joekel van een Photoshop fout. Dus daar gaan we weer; het heetgebakerde debat over de dunne lijn in de fotografie zwelt weer aan: wat mag wel in wat niet in het nabewerkingsproces? 

McCurry reist de wereld rond voor het tijdschrift National Geographic. Zijn meest bekende foto is een portret van een Afghaans meisje met felgroene ogen. Maar ook onderstaand beeld behoort tot zijn oeuvre. Daarbij lijkt het alsof McCurry zijn oma heeft gevraagd om zijn in Cuba gemaakte foto even op te fluffen in Photoshop. Ook zonder rood cirkeltje valt de idiote fout op:

 

Steve McCurry Photoshop

 

En zodra je daarna met een aangescherpte kritische blik over de foto dwaalt, zie je ineens meer vreemde zaken. Zo lijkt het patroon van de stenen op het gebouw ook aan heel wat gefrunnik onderhevig. De argeloze bezoeker blogde over de foto die hij zag tijdens een foto-event, nietwetende dat dit een internetstorm zou veroorzaken. McCurry mengde zich in de reuring en meldde het volgende:

“I try to be as involved as much as I can in reviewing and supervising the printing of my work, but many times the prints are printed and shipped when I am away. That is what happened in this case. It goes without saying that what happened with this image was a mistake for which I have to take responsibility.”

Steve McCurry in een reactie aan Petapixel

 

McCurry bewerkt niet zijn eigen foto’s

McCurry zegt dus niet zelf verantwoordelijk te zijn voor de nabewerking. Dat kan, maar dat hij de finale beelden niet onder ogen krijgt voordat ze worden verspreid, verbaast me. En anderen eveneens. Velen doken in het werk van McCurry, en met resultaat. Ze vonden meer foto’s op met rariteiten. Zoals dit beeld, gemaakt in India. Zoek de verschillen:

 

Steve McCurry Photoshop 1

 

Steve McCurry Photoshop 2

 

De verschillen zijn talloos. Er is voornamelijk veel weggepoetst: twee man op de fiets, een kar linksachter, een kar met appels rechts, een volledige lantaarnpaal, rommel op de stoep en de benen van een persoon met een rood shirt aan. Verder heeft  de man rechtsachter ineens een andere kleur outfit. Tenslotte is het bewerkte beeld veel rijker van kleur dan het matte, originele beeld.

 

Met de waarheid sjoemelt íedere fotograaf

Wat mag wel, wat mag niet? Dat is onderwerp van een levendig debat op internet en ver daarbuiten. De grootte van het speelterrein hangt af van wat de fotograaf met zijn beelden communiceert. Een kunstzinnige fotograaf is vrij om te doen wat hij wil. Hij creëert, bedenkt, bespeelt. We bezoeken een tentoonstelling en weten dat de fotograaf ons iets wil vertellen middels zijn foto’s.

Echter, een documentairefotograaf heeft deze bewegingsruimte niet, hij mag er geen dingen bij verzinnen, noch weglaten. Hetzelfde geldt voor een persfotograaf. Zij doen verslag van feiten, van dat wat er gebeurt voor hun lens. Zij verzinnen niet, maar registreren. Toch?

 

Alles is subjectief

We gaan hier echter voorbij aan de olifant in de porseleinkast. In deze redenatie ligt namelijk besloten dat de gemaakte foto de waarheid vertegenwoordigt. En dat is aperte onzin. Het raw-bestand dat je camera genereert is onvergelijkbaar met dat wat jouw oog zag toen je de foto maakte. De kleuren en het dynamisch bereik verschillen. De camera maakt een vertaling van drie- naar tweedimensionaal, met rare overlappingen als gevolg. Daarnaast zijn er talloze dingen die je op locatie helemaal niet waarnam, maar die je ineens wél op de foto ziet.

Bij het maken van de foto maak je bovendien ontelbaar veel keuzes: groothoek of telelens? een telelens propt groepen mensen ineen, resulterend in een veel drukker beeld dan wanneer gemaakt met een groothoeklens. Wat fotografeer je wel, wat niet? Wie was de opdrachtgever? Dat alles draagt bij aan wat de foto overbrengt, zonder dat degene die de foto ziet, zich daarvan bewust is.

 

Corrigeren voor een tweedimensionale blik

Zelf pas ik een simpele stelregel toe. Editen mag wanneer het als doel heeft om een foto meer te laten lijken op de driedimensionale werkelijkheid. Immers, de hersenloze camera registreert alles wat zich voor de lens bevindt, resulterend in soms vreemd overlappende vlakken, zoals palen die uit hoofden lijken te groeien. Die palen, die mogen van mij best weg. Zoals op onderstaande foto van John Paul Filo van een schietpartij in Kent State waarmee hij de Pullitzer prijs won:

John Paul Filo 1

© 1971 John Paul Filo – onbewerkte foto

John Paul Filo 2

© 1971 John Paul Filo – bewerkte foto

 

 

 

 

 

 

 

 

De toen nog onervaren Filo had natuurlijk even een stapje naar links of rechts moeten doen, iets dat je vanzelf leert na een lantaarnpaal of 4 (ik spreek uit ervaring). Leren kijken in ‘vlakken’ kost tijd. Bij nood mag je ervoor corrigeren.

Steve McCurry, een gemakzuchtige fotograaf

Maar nu even terug naar het beeld uit India van McCurry waarin hij hele personen, karren en weet ik wat nog meer wegpoetst. Mag dat? Van mij wel, maar chique vind ik het niet. De foto is niet wezenlijk anders maar slechts esthetisch aantrekkelijker gemaakt met minder overlappende vlakken. Ik vind het acceptabel maar wel bijzonder gemakzuchtig. Voor de fotograaf is de wereld zijn canvas. Anders dan bij een schilder ligt je werk al voor je klaar, maar je moet wel zélf naar de juiste hoek en het juiste tijdstip op zoek. Dát is de kunst. Niet het achteraf weer wegpoetsen van de helft van wat je hebt vastgelegd. Dan had je schilder moeten worden, bedenk dan helemaal de scène die je voor de geest had.

Ik heb meer resprect voor de fotograaf die in diezelfde Indiase straat urenlang heeft staan wachten tot exact het beeld waar hij naar zocht. Want photoshoppen kan iedereen. Behalve de oma van McCurry dan.