Hoe je je emoties loskoppelt van je eigen foto’s

Fotograferen is de waarheid liegen, is de wereld laten zien door jouw ogen. De kunst is om dat puur door middel van je foto te doen. Maar hoe verleidelijk is het om bij het tonen van je foto’s te vertellen hoeveel moeite je hebt gedaan om dit beeld te krijgen. En dan komen de vragen. Kritische vragen. 

Ja, maar het was nu eenmaal slecht weer, dus je stond onder een afdakje, ja wel wat ver van je onderwerp af ja. En nee je dacht even niet aan de juiste instellingen op je camera, want je moest het moment pakken. Nee, je kon niet verder naar links want daar staat een hek. Het aanvankelijke enthousiasme gaat over in verhalen over wat zich allemaal búiten de kaders van de foto afspeelde. Waarbij je sterke aandrang voelt om Google Street View erbij te pakken om te laten zien hoe de situatie ter plaatse was. De foto leidt geen los bestaan, maar moet verbaal worden vergezeld door jou – de maker. Waar ging het mis?

Photographers mistake the emotion they feel while taking the photo as a judgment that the photograph is good

~ Gary Winogrand

Je dacht een pareltje in handen te hebben toen je door de lens keek. Je zag de foto in je hoofd, onlosmakelijk gekoppeld aan de emotie die je ervoer toen je de foto maakte. En dus ben je tevreden met het resultaat. Maar je weet nog helemaal niet  of je het verhaal en die emotie ook in een tweedimensionale afbeelding hebt gevangen. Twee simpele tips om daar wél achter te komen:

1. Neem de tijd.

Het is verleidelijk om na het maken van een – denk jij – geslaagde foto direct te gaan post-processen, uploaden en jouw briljante beeld te delen met de ganse wereld. Niet doen. Stel in plaats daarvan je foto in als deskop achtergrond (de foto uit deze post staat nu ingesteld als mijn achtergrond). Dwing jezelf er een week lang tegenaan te kijken. De gekoppelde emotie vloeit dan weg, je gaat de foto beter bekijken, ontleden. Soms werkt dat versterkend, en zie je steeds meer in de foto. Soms juist helemaal niet, dan stoor je je na een dag ineens enorm aan een lantarenpaal die uit iemands hoofd lijkt te groeien. Weg ermee, in de prullenbak. Gary Winogrand rekte deze stap op tot extreme vormen: Hij keek soms een jaar lang niet naar zijn foto’s, om zo zijn werk met een pure blik te kunnen beoordelen. Maar dat duurt mij dan weer iets te lang.

2. Gebruik de blik van een ander.

Die fotoklas is toch echt onmisbaar. Of anders tenminste iemand in je omgeving die bij machte is zijn mening te onderbouwen. En dus niet blijft hangen in ‘ja, mooie foto wel’. En zit je toch met zo’n persoon opgescheept, stel dan open vragen:

Wat zie je op deze foto? Welk gevoel roept de foto bij je op? Waarom?

Die blik van een ander, zonder jóuw toelichting op de foto, is van onschatbare waarde. Want die ander heeft jouw emoties niet. En alleen op deze manier kom je erachter of jouw foto zijn eigen verhaal kan vertellen, en los van jou kan bestaan.

The goal isn’t to take a photo you can defend. It’s the opposite. It should be able to speak for itself and tell a story. ~ Unknown